Een internationaal team onder leiding van de University of Michigan analyseerde Chandra-data van meer dan 1.600 stelsels die in meer dan twintig jaar zijn verzameld. De stelsels varieerden sterk in massa, van systemen veel zwaarder dan de Melkweg tot dwergstelsels met een fractie van die massa. Het werk is gepubliceerd in The Astrophysical Journal.
De onderzoekers vonden dat slechts ongeveer dertig procent van de dwergstelsels waarschijnlijk een superzwaar zwart gat heeft, terwijl bij stelsels van vergelijkbare massa als de Melkweg in meer dan negentig procent van de gevallen een zwart gat aanwezig is. Veel massieve stelsels tonen heldere röntgenbronnen in hun centra, een teken van materiaal dat opwarmt rond een zwart gat.
Voor kleinere stelsels, met massa's lager dan ongeveer drie miljard zonnen, ontbreken die ondubbelzinnige röntgensignalen meestal. Het team concludeert dat zowel detectielimieten (zwakkere gaten trekken minder gas aan) als het echte ontbreken van centrale zwarte gaten bijdragen aan het tekort aan signalen. De resultaten ondersteunen meer het idee van een vroege vorming via het instorten van grote gaswolken. Toekomstige tests, bijvoorbeeld met LISA in 2035, kunnen dit verder bevestigen, afhankelijk van financiering.
Moeilijke woorden
- stelsel — een groep sterren en gas in de ruimtestelsels
- dwergstelsel — een klein stelsel met weinig massadwergstelsels
- massa — hoeveelheid materie of gewicht van ietsmassa's
- superzwaar — zeer groot en zwaar in massa
- röntgenbron — bron die röntgenstraling produceert in het centrumröntgenbronnen
- detectielimiet — grens waaronder iets niet meer zichtbaar isdetectielimieten
- instorten — plotseling samenvallen van gas of materie
- financiering — geld dat nodig is voor een project
Tip: beweeg de muisaanwijzer over gemarkeerde woorden in het artikel, of tik erop om snelle definities te zien terwijl je leest of luistert.
Gerelateerde artikelen
Directe beelden van novae tonen meerdere uitstromen
Astronomen gebruikten interferometrie bij het CHARA Array om twee novae kort na hun uitbarstingen te fotograferen. De beelden tonen meerdere uitstromen, vertraagde uitwerping en koppelen botsende stromen aan gammastraling die Fermi detecteerde.
Nieuwe modellen veranderen beeld van Uranus en Neptunus
Onderzoekers van de Universiteit van Zürich gebruikten nieuwe simulaties om de binnenkant van Uranus en Neptunus te bestuderen. De resultaten laten zien dat beide planeten rotsrijk of waterrijk kunnen zijn en verklaren hun vreemde magnetische velden.
Zoeken naar sporen van leven op exoplaneten
Wetenschappers onderzoeken exoplaneten om te zien of er ooit leven of technologie buiten de Aarde bestond. Ze zoeken naar biosignaturen en technosignaturen en vergelijken welk bewijs het beste zichtbaar is op interstellaire afstanden.
Nieuwe aanwijzingen over Theia en de oorsprong van de maan
Een internationale studie onderzoekt isotopen in aardse en maanmateriaal. De resultaten wijzen erop dat het object Theia waarschijnlijk dicht bij de zon ontstond en dat Aarde en Theia buren waren.
Mini-Neptunes: niet altijd lavawerelden
Een studie van de University of Chicago onderzoekt mini-Neptunes. Webb-waarnemingen van GJ 1214 b en simulaties tonen dat zware atmosferen zulke druk geven dat gesmolten gesteente weer kan verharden.
James Webb ontdekt vreemde exoplaneet PSR J2322-2650b
De James Webb-ruimtetelescoop observeerde PSR J2322-2650b, een citroenachtige exoplaneet met een helium-koolstofatmosfeer en mogelijke diamanten in het binnenste. De planeet draait dicht bij een snel draaiende pulsar en vraagt om meer onderzoek.